
Geweld stopt
niet vanzelf.
Kind-oudermishandeling
Ouders blijven erg lang loyaal naar hun kind
Kind-oudermishandeling is een redelijk onbekende vorm van huiselijk geweld en wordt vaak verward met ouderenmishandeling. Toch is kind-oudermishandeling wel degelijk een vorm van huiselijk geweld die toeneemt.
Bij kind-oudermishandeling wil het thuiswonende kind macht en controle krijgen over de ouders. Vaak is er sprake van lichamelijk of psychisch geweld van een kind tegenover een of beide ouders, maar ook financieel misbruik komt veel voor, denk aan het stelen van geld. De jongeren kampen vaak met diepgaande gedragsproblemen. Vooral de psychische schade die ouders ervan ondervinden, laat diepe wonden na.
De mishandeling treedt meestal op als de ouder gezag wil tonen. “Je moet nu je huiswerk gaan maken”, of: “Voor twee uur ben je vannacht thuis.”
Ook bij niet-mishandelende jongeren vinden over dit soort onderwerpen spanningen en ruzies plaats, maar deze lopen meestal af met een straf of compromis. In gezinnen waar kind-oudermishandeling optreedt, ontaarden deze discussies echter in ruzies waarbij eerst gedreigd en geschreeuwd wordt. Uiteindelijk begint het kind te slaan en te schoppen.
Moeders zijn vaker slachtoffer van oudergeweld dan vaders. Ouders blijven erg lang loyaal naar hun kind, schamen zich en vinden het heel moeilijk om aangifte te doen tegen hun eigen kind. Het taboe is groot. Toch hoeven zij zich niet te schamen, want uit onderzoek blijkt dat kind-oudergeweld onder alle lagen van de bevolking voorkomt.
Persoonlijk verhaal
“Nu werken we aan een moeder-zoonrelatie”
Marjet (46): “Ik heb me een jaar lang schuldig gevoeld. Nu zie ik dat het een goede stap was geweest om naar het Steunpunt Huiselijk Geweld te stappen.
Mijn zoon Jacob heeft jarenlang de dienst uitgemaakt in ons huis. Toen mijn man me verliet voor een andere vrouw, dacht ik dat het beter zou gaan thuis. Ik en Jacob, samen konden we de hele wereld aan. Het tegengestelde gebeurde. Vanaf zijn twaalfde begon Jacob met blowen en kreeg ik steeds minder grip op hem. Ik liet hem achteraf ook veel zijn gang gaan, misschien uit angst dat hij net als mijn man ook zou vertrekken. Uiteindelijk werd hij onhandelbaar: hij commandeerde me, door te eisen wat hij wilde eten en hoeveel zakgeld hij zou krijgen. Als ik zijn broeken niet op tijd gestreken had, kreeg ik klappen. Ik schaamde me, dacht dat het mijn schuld was dat hij zo ontspoorde. Dankzij de hulp van het Steunpunt en de uithuisplaatsing van Jacob, verbetert ons contact en werken we aan een moeder-zoon relatie.”