
Geweld stopt
niet vanzelf.
Loverboys
Wat is het?
‘Loverboys’ klinkt mooi, maar het tegendeel is waar. Loverboys zijn moderne pooiers die proberen meisjes de prostitutie in te lokken. Het zijn jongens die ervoor zorgen dat een meisje verliefd op ze wordt.
Loverboys zijn vaak charmante, oudere, goedgeklede jongens. Ze leggen contact met meisjes op het schoolplein, in een discotheek of bijvoorbeeld voor een opvangtehuis. Vaak proberen ze indruk te maken met dure scooters en auto’s. In het begin zijn ze meestal erg lief en geven het meisje aandacht en cadeautjes. Een loverboy probeert een wig te drijven tussen het meisje en haar omgeving. Is dat eenmaal gelukt dan verandert zijn houding. Meestal zegt hij schulden te hebben of geldgebrek. Dan vraagt hij het meisje tegen betaling naar bed te gaan met anderen. Ook wordt ze vaak aangezet tot het gebruik van softdrugs of alcohol. Zo belanden veel meisjes in de prostitutie.
“Uiteindelijk wist ik te ontkomen”
Tessa (19): “Sander was mijn alles. Ik ontmoette hem op mijn zestiende tijdens het uitgaan. Sander was heel anders dan jongens waar ik verliefd op was en verkering mee had.
Sander was volwassen, intelligent en had een andere kijk op de wereld. Hij zag er bovendien goed uit en had het goed voor elkaar: een dure BMW, sieraden, merkkleding en elke twee maanden wel een nieuwe telefoon. Sander zei dat hij rijke ouders had, dus ik zocht er verder niets achter. In het begin van onze relatie was hij heel lief: hij nam altijd een cadeautje mee als hij naar me toe kwam. Toen we een maand iets hadden, had hij ervoor gezorgd dat mijn kamer vol met rozen stond.
Na drie maanden werd hij steeds harder. Hij deed afstandelijk en nam het me kwalijk dat hij mij zoveel cadeautjes had gegeven. Ik moest iets terugdoen van hem. Ik was zo overdonderd, dat ik er ook gewoon in meeging: ik moest met jongens naar bed. Dat moest steeds vaker. Uiteindelijk wist ik niet meer aan hem te ontkomen, want Sander wist me altijd wel te vinden. Als ik niet deed wat hij wilde, zweerde hij dat hij mijn familie wat aan zou doen. Na anderhalf jaar verzamelde ik alle moed bij elkaar en belde het Steunpunt. Zij namen contact op met de politie, zodat ik geholpen kon worden.”